Behandeling en begeleiding van patiënten met claudicatio intermittens (K92.01) en Fontaine IIa/IIb zonder rustpijn of wonden kan goed plaatsvinden binnen de eerste lijn. Het past goed binnen de visie: de juiste zorg op de juiste plek.
Door de mogelijkheid om kwalitatief goede diagnostiek aan te vragen binnen de eerste lijn (zie werkafspraak ‘Diagnostiek PAV eerste lijn’), kan de zorg en behandeling geheel binnen de eerste lijn blijven met de huisarts als hoofdbehandelaar en vindt verwijzing naar de vaatchirurg alleen nog plaats bij ernstige vaatafwijkingen.