Perifeer Arterieel Vaatlijden PAV

Werkschema

Stadia

Behandeling

Behandeling: bestaat globaal uit het optimaliseren van de cardiovasculaire risicofactoren en anderzijds uit revascularisatie door looptraining of invasieve interventie door de vaatchirurg.

Concreet komt het neer op:

  • stoppen met roken
  • inventarisatie en optimalisatie van cardiovasculaire risicofactoren
  • starten met trombocytenaggregatie-remmers
  • bij stadium 2 looptraining 3-6 maanden, bij voorkeur onder begeleiding van een daartoe gespecialiseerde fysiotherapeut (verbetering met 90–190% van de loopafstand is mogelijk).

Verwijzing naar vaatchirurg

  • Bij verdenking op acute ischemie is spoedverwijzing naar de vaatchirurg geïndiceerd
  • stadium 2 bij onvoldoende effect van looptraining of invaliderende claudicatio
  • stadium 3 en 4
  • systolische enkeldruk < 50 mm Hg.

Bij verwijzing kan de huisarts aangeven of optimalisatie van de cardiovasculaire risicofactoren is gestart, dan wel of hiermee een start kan worden gemaakt.

Na interventie door vaatchirurg

Als de vaatchirurg de diagnose PAV en de uitbreiding daarvan heeft vastgesteld c.q. chirurgische behandeling heeft ingezet, dient de patiënt verder in het kader van cardiovasculair risicomanagement te worden behandeld, bij voorkeur in de 1e lijn.

  • De gespecialiseerd hart- vaatverpleegkundige (van de polikliniek voor preventie van hart- en vaatziekten) screent of inventarisatie van cardiovasculaire risicofactoren is verricht en behandeling/begeleiding is gestart
  • ls inventarisatie nog niet is verricht, dan inventariseert de hart- vaatverpleegkundige de cardiovasculaire risicofactoren
  • aarna worden de patiënten verwezen volgens afspraak naar de 1e lijn voor medische interventies en leefstijl-adviezen. De hart- vaatverpleegkundige bereidt de patiënt voor op een vervolg door de huisarts
  • Patiënten worden doorverwezen naar de polikliniek voor preventie van hart- en vaatziekten bij:
  • een leeftijd <55 jaar
  • verdenking op niet-atherosclerotisch vaatlijden (b.v. vasculitiden)
  • bij een discrepantie tussen het opgemaakte cardiovasculair risicoprofiel en de mate van het arteriële vaatlijden.

Indicaties verwijzing Vaatrisicopoli

Voor het overige blijven de bestaande landelijke en regionale indicaties bestaan voor verwijzing naar de 2e lijn voor:

  • hypercholesterolemie (cholesterol >8 mmol/l of totaal cholesterol/HDL >8)
  • familiaire cholesterolemie
  • hypertriglyceridemie (triglyceride >5mmol/l)
  • verdenking secundaire hypertensie
  • diabetes mellitus type 1 en diabetes mellitus type 2 bij mensen <18 jaar

volledige werkafspraak

Bekijk hier de volledige werkafspraak