Myocardinfarct

Algemeen

De stedelijke afspraak Myocardinfarct is aangepast n.a.v. de nieuwe CVRM-richtlijnen 2019.

Bekijk het overzicht Afkortingen cardiologie

 

Huisarts

  • Bij (lage) verdenking op een ACS zonder actuele klachten verwijst de huisarts dezelfde dag en start medicatie in overleg met de cardioloog.

  • Ingeval van verdenking op een acuut coronair syndroom (acuut myocardinfarct en instabiele AP) met op dat moment klachten: meteen ambulance bellen en zo mogelijk direct huisbezoek.

  • Indien de huisarts als eerste arriveert, houdt deze de regie tot ambulance personeel er is en start de volgende behandeling:

    • nitraat sl, bij aanhoudende pijn iedere vijf minuten herhalen
      (tenzij RR syst < 90, pols < 50)

    • zo mogelijk waaknaald inbrengen

    • bij aanhoudende pijn 5-10 mg morfine langzaam i.v. of 50 microgram Fentanyl.

    • geef oplaaddosis Ascal 160-320 mg oraal

    • geef bij symptomatische bradycardie (< 50/min) 0.5 mg atropine i.v.

    • indien beschikbaar O2 bij cyanose/dyspnoe

  • Ambulancepersoneel maakt ECG.

  • Indien ST–elevaties wordt gekozen voor interventiecentrum via het Lifenet systeem.

  • Huisarts belt dienstdoende cardioloog om de komst van de patiënt aan te kondigen.

Controles post ACS

Bij ongecompliceerd verloop blijft de patiënt in principe tot twaalf maanden na het event onder behandeling van de cardioloog of wordt eerder terugverwezen indien mogelijk. Circa 70% van de patiënten wordt vervolgd op de post ACS polikliniek. De overige 30% van de patiënten was voor het meest recente event al bekend bij een cardioloog en komt weer bij zijn vaste behandelaar terug (in gezamenlijke behandeling met verpleegkundig specialist).
 

De behandeling betreft over het algemeen de volgende controles:

  • Bij beschikbaarheid van een post ACS polikliniek ziet de verpleegkundig specialist de patiënt 2-3 weken na ontslag terug en daarna met grotere intervallen tot het risicoprofiel goed is ingesteld met medicatie.
  • De maximale duur van begeleiding door de verpleegkundig specialist bedraagt 6 maanden.
  • 4 tot 6 maanden na het event volgt controle bij de cardioloog, zo nodig eerder.
  • Indien er geen beschikbaarheid is van een post ACS poli krijgt patiënt een controleafspraak met de cardioloog 4 weken tot 3 maanden na het event, afhankelijk van de klachten en resterende stenoses.

 

  • De verpleegkundig specialist of cardioloog zal al in vroeg stadium nagaan welk deel van de zorg / leefstijl coaching bij de huisarts kan plaatsvinden. Als de huisarts een gedeelte van de leefstijlbegeleiding kan overnemen, zal de leefstijlzorg gezamenlijk met de huisarts gegeven worden.

 

Verwijzing hartrevalidatie:

 

Alle patiënten wordt een hartrevalidatietraject aangeboden bestaande uit de volgende modules:

  • Voorlichtingsbijeenkomsten (medische informatie door verpleegkundige, gezonde voeding door diëtist, hoe verder door maatschappelijk werker en omgaan met hartziekte door psycholoog).
  • Bewegingsprogramma.
  • Ontspanningsprogramma.
  • Leefstijlprogramma (emotie, stressmanagement, gezonde leefstijl).

Terugverwijzing

Terugverwijzing voor follow-up in de eerste lijn is in principe vanaf twaalf maanden na het event (infarct behandeling of PCI/CABG wegens dreigend infarct) mogelijk bij patiënten:

  • Met redelijk tot goede functie van de LV.
  • Zonder rest ischemie, (bij stabiele AP klasse II na 1 jaar in overleg wel terug naar HA)
  • Zonder een matig tot ernstig kleplijden.
  • Die geen ventrikelfibrilleren/ ventrikeltachycardie > 24 uur post-infarct hebben doorgemaakt.
  • Waarbij geen problemen worden ondervonden bij instellen van adequate secundaire- preventiemaatregelen.

 

Informatieoverdracht bij terugverwijzing van de tweede naar de eerste lijn

Direct na het laatste polikliniekbezoek door de cardioloog ontvangt de huisarts de (poliklinische) ontslagbrief met daarin:

  • Het ECG van patiënt bij ontslag.
  • De initiële lipidenwaarden en waarden bij ontslag.
  • Bloeddruk, glucose.
  • De diagnose, de verrichte behandeling, belangrijke nevendiagnosen en het verwachte beloop.
  • De resultaten van de cardiovasculaire risico-inventarisatie (inclusief linkerventrikelfunctie en labresultaten).
  • Een overzicht van de ingezette niet-medicamenteuze behandeling: hartrevalidatie.
  • Een overzicht van de medicatie met de indicatie daarvoor en de gebruiksduur.
    (Bijzondere aandachtspunten: hoe lang dubbele antiplaatjes therapie, indicatie voor doorgebruiken sterkere statine).
  • Eventuele gebleken intoleranties voor medicatie/stopreden.
  • Resultaat hartrevalidatie aan het einde van het traject volgt via een aparte brief

Uitgangspunten bij de follow-up in de eerste lijn:

  • De huisarts of POH roept patiënt op voor het CVRM spreekuur binnen drie maanden na ontvangst van de (tweede) (ontslag)brief (na einde policontroles) en pakt controles op volgens de huidige CVRM richtlijnen.

Indicaties voor terugverwijzing naar de tweede lijn

Verwijzing

De huisarts verwijst patiënt terug naar de cardioloog bij het opnieuw optreden van klachten.

Verwijs direct naar EHH met ambulance bij:

  • AP klachten die niet binnen 15 minuten afnemen (na rust / nitraten).
  • Verdenking op acuut coronair syndroom

Overleg met de cardioloog over de urgentie van verwijzing in geval van:

  • AP ondanks combinatiebehandeling met twee middelen.
  • Aanwijzingen voor hartfalen of ritmestoornissen.
  • Niet behalen van einddoelen wat betreft bloeddruk en LDL (dan verwijzen naar internist-vasculair geneeskundige).

Consultatie specialist

Veelal kan in plaats van verwijzing volstaan worden met de consultatie van de specialist, indien mogelijk via ZorgDomein. Bijvoorbeeld voor korte vragen over de logistiek van verwijzing (op welke termijn / doet de huisarts eerst nog onderzoek), of advies bij wisselen medicatie bij intolerantie of niet bereiken van de streefwaarden.

Datum en auteurs

Herziene versie oktober 2019, namens de Stedelijke werkgroep CVRM van het Transmuraal Platform Amsterdam (TPA):

Nancy Colman, cardioloog OLVG

Jill Dekker, cardioloog BovenIJ Ziekenhuis

Ronak Delewi, cardioloog Amsterdam UMC, locatie AMC

Wik ten Holt, cardioloog Ziekenhuis Amstelland

Michiel Kemme, cardioloog Amsterdam UMC, locatie VU

Aernout Somsen, cardioloog, Cardiologie Centra Nederland

David Koetsier, kaderhuisarts Hart- en vaatziekten

 

Voor vragen neem contact op met de coördinator van de Stedelijke werkgroep CVRM.