Maagklachten (gastroscopie)

Algemeen

A. Maagklachten met alarmsymptomen
Gastroduodenoscopie (aanhoudend braken, passagestoornissen, onbegrepen gewichtsverlies, anemie).

Bij spoedindicaties (zoals haematemesis en melaena) altijd telefonisch overleg met dienstdoende arts en verwijzing naar spoedeisende hulp.

B. Overige
I. Kortdurende (2-3 maanden) maagklachten zonder alarmsymptomen
Bij een eerste episode van maagklachten: voorlichting en niet-medicamenteuze therapie, al dan niet in combinatie met medicatie.

Niet-medicamenteus advies:
Stoppen met roken, vermijden prikkelende voedingsmiddelen en dranken, staken NSAID’s. Bij refluxklachten: zn. afvallen, bestrijden van hoest en obstipatie, (nachtelijk) houdingsadvies.

Medicatie:
H2 antagonist/protonpompremmer. Voor 2 tot 4 weken voorschrijven en resultaat evalueren. Bij goed resultaat na 8 weken de medicatie geleidelijk in 2 tot 3 weken staken.

II. Persisterende of recidiverende maagklachten (> 3 maanden, 1e episode < 1 jaar geleden)
Drie beleidsopties:
1. Proefbehandeling: start protonpompremmer (2 tot 4 weken)

  • Bij afname klachten: tot 8 weken doorbehandelen, daarna op geleide klachten
  • Bij onvoldoende effect medicatie of bij twijfel over diagnose: gastroduodenoscopie
     

2. Diagnostiek Hp (Hp-faeces antigeentest)

  • Bij klachten passend bij ulcusziekte
  • Bij aanwezigheid van risicofactoren: roken, mannelijk  geslacht, allochtonen, hogere leeftijd en hongerpijn
     


3. Gastroduodenoscopie

  • Bij negatief resultaat proefbehandeling met protonpompremmer
  • Bij falen eradicatie (Hp positief): biopt voor kweek/resistentiebepaling
  • Bij patiënten > 55 jaar en bij sterke behoefte aan diagnostische zekerheid eventueel geen Hp-faeces maar gastroduodenoscopie (dan expliciet verzoek biopt op aanvraag melden)
     

Behandeling:

  • Bij Hp-faeces positief eradicatietherapie (tripeltherapie)
  • Bij ulcus duodeni in verleden wordt zonder Hp-test eradicatietherapie gegeven
  • Bij negatieve Hp-faeces: proefbehandeling met een protonpompremmer (2 tot 4 weken) en bij gunstig resultaat op geleide klachten
     

Onvoldoende afname klachten na eradicatie:

  • Controle faecestest 6 weken na start behandeling (2 weken voor de test staken protonpompremmer!)
  • Bij falen eradicatie (Hp positief) gastroduodenoscopie met een biopt voor kweek/resistentiebepaling
     

C. Controle gastrosduodenoscopie geïndiceerd bij:

  • Oesofagitis C/D (3/4): 12 weken na start behandeling volgens advies MDL-arts
  • UV: 6 weken na start behandeling
  • Gecompliceerd ulcus (bloeding, perforatie of stenosering): controle op eradicatie of controle gastroduodenoscopie
  • Barrett oesofagus: controlebeleid volgens advies MDL-arts
     

De aanvrager is verantwoordelijk voor de voorlichting aan de patiënten over de noodzaak van een controlescopie.

Verwijscriteria

Overleg bij een serieuze verdenking op maligniteit of andere alarmverschijnselen met de MDL-arts (zie ook: vervolgbeleid na uitslag). Dan kan besproken worden wat de beste logistiek is (eerst gastroscopie of polibezoek MDL).

Huisarts

  • Vult het aanvraagformulier volledig in om de endoscopist te voorzien van aanvullende informatie, zodat het onderzoek gerichter kan worden uitgevoerd
  • Hoeft de maagmedicatie niet te staken voorafgaand aan het endoscopisch onderzoek
  • Ontvangt binnen één werkdag de uitslag (schriftelijk of elektronisch) indien er geen PA is afgenomen. Bij PA afname ontvangt de huisarts binne 5-7- werkdagen de uitslag. 
     

Vervolgbeleid na uitslag (zie ook scopieverslag):

  • Geen klinisch relevante afwijkingen: bij afwezigheid van duidelijke refluxklachten is er sprake van ‘functionele maagklachten’. Eventueel symptomatisch behandelen met H2-antagonist/PPI
  • Oesofagitis: behandeling met een protonpompremmer
  • Bij ernstige oesofagitis (gr C/D) controlescopie 12 weken na start behandeling volgens advies MDL-arts, vanwege mogelijk persisterende ulcera in de oesofagus
  • Ulcus duodeni: eradicatiekuur
  • Hp positief: eradicatiekuur, waarna 3 weken na behandeling met een
 protonpompremmer
  • Hp negatief (ulcera b.v. door gebruik van NSAID): protonpompremmer
  • Maligniteit: verwijzen naar MDL-arts (bij verdenking klinsch wordt een afspraak gepland)
  • Andere aandoeningen (achalasie, slokdarmvarices, candida-oesofagitis, poliepen, benigne tumoren, divertikels, hypertrofische gastropathie, corpus alienum): verwijzing naar of overleg met MDL-arts

Patiënt

  • Wordt gebeld voor de afspraak voor het maagonderzoek op de afdeling endoscopie (meldt tevens of er sprake is van zwangerschap, diabetes, een pacemaker of een ICD of opname in een buitenlands ziekenhuis)
  • Vult een vragenlijst in en stuurt deze op naar de afdeling Endoscopie
  • Krijgt niet direct na het onderzoek de uitslag. De patiënt ontvangt dit van de huisarts
  • Houdt zich aan de dieetvoorschriften (zie patiëntenfolder)
  • Diabetespatiënt overlegt met diabetesverpleegkundige of huisarts over het wel of niet innemen van de diabetesmedicatie
  • Stopt indien nodig, in overleg met de huisarts, een aantal dagen vóór het onderzoek met het gebruik van bloedverdunners
  • Houdt zich aan de afspraken over de voorbereiding op het onderzoek (zie patiëntenfolder)
  • Ontvangt de bevindingen direct na het onderzoek van de MDL-arts en de uitslag van eventueel weefselonderzoek tijdens het volgende bezoek aan het spreekuur

MDL-arts

  • Rapporteert aan de huisarts de bevindingen binnen één werkdag of binnen 5 - 7 werkdagen indien PA is afgenomen. 
  • Geeft zo nodig een schriftelijk advies over vervolgbeleid aan de aanvrager
  • Verwijst de patiënt (bij ulcus dezelfde dag) terug naar huisarts die medicatie voorschrijft en het verdere beleid bepaalt
  • Overlegt bij ernstige bevindingen telefonisch met de aanvrager of neemt de behandeling meteen over. Hiervoor wordt de huisarts eveneens schriftelijk diezelfde dag op de hoogte gebracht
     

Vervolgbeleid na uitslag:

  • Ulcus ventriculi: MDL-arts neemt een biopt voor histologie

Samenvatting gastroduodenoscopie

Indicaties gastroduodenoscopie:

  • Alarmsymptomen
  • Langer (> 2 tot 3 maanden) bestaande maagklachten, vooral indien leeftijd > 55 jaar
  • Persisterende klachten na Hp-eradicatiekuur
  • Persisterende klachten na behandeling met protonpompremmer bij Hp-negatieve patiënten (vooral leeftijd > 55 jaar)
  • Sterke behoefte aan diagnostische zekerheid (van huisarts of patiënt)
     

(relatieve) Contra-indicaties:

  • Cardiopulmonaal gecompromitteerde patiënten (instabiele AP/ ernstig COPD)
  • (Vermoeden van) perforatie van slokdarm, maag of duodenum
  • Recent chirurgisch ingrijpen in het te onderzoeken traject

Stroomdiagram

Open hier het Stroomdiagram gastroscopie.

 

Revisiedatum

Bron: Mariëlle Krekels en Mariëlle Romberg-Camps, interne geneeskunde/MDL Zuyderland MC

Datum eerste publicatie: 11 april 2013

Revisiedatum: augustus 2023