Op grond van anamnese en lichamelijk onderzoek zijn deze diagnosen minder makkelijk te stellen. Echocardiografie is dan een goede ondersteuning.
Deze patiënten moeten een keer geëvalueerd zijn door een cardioloog. Van belang zijn o.m. hypertensie, diabetes en oude infarcten.
Diastolische disfunctie
30% van alle HF (vnl vrouwen op hogere leeftijd). Bijvoorbeeld door starre hypertrofische ventrikelwand. De diastolische vulling wordt bij een starre ventrikel sterk afhanke¬lijk van een goede atrium functie. Het vermoeden op diastolische disfunctie kan rijzen bij bijvoorbeeld een hypertensiepatiënt, vaak zonder oedeem, met moeheidsklachten of dyspneu d’effort. Hypertensie is een veel voorkomende oorzaak. De symptomatische behandeling is analoog aan nevenstaand schema. Na stabilisering van de ergste symptomen wordt gestreefd naar verbetering van de diastolische vulling door frequen¬tieverlaging (met bètablokker) en verbetering van de compliance (met verapamil). Diuretica zijn geïndiceerd, maar let op ondervulling. Van geen van deze middelen is de effectiviteit bewezen.
Rechterkamer disfunctie
Meest voorkomend is het cor pulmonale. Vaak als gevolg van COPD of door (recidive-rende) longembolieën. Symptomatische behandeling met lisdiuretica, spironolacton en digoxine.