Het optimaliseren en uniformiseren van farmacotherapiebeleid en het doelmatig inzetten van geneesmiddelen bij (kwetsbare) ouderen in de regio Noord- en Midden-Limburg.
Het optimaliseren en uniformiseren van farmacotherapiebeleid en het doelmatig inzetten van geneesmiddelen bij (kwetsbare) ouderen in de regio Noord- en Midden-Limburg.
Er is sprake van anemie als het hemoglobine (Hb) gehalte in het bloed te laag is. Meest voorkomende oorzaken van anemie zijn ijzer-, vitamine B12- of foliumzuurdeficiëntie. Ook kan een onderliggende chronische ziekte de oorzaak van anemie zijn. Afhankelijk van de oorzaak van de anemie, wordt bijbehorende therapie gekozen. Klik hier voor NHG-standaard anemie.
De prevalentie van ijzergebreksanemie bij kwetsbare ouderen in instellingen bedraagt circa 45%. De helft van deze patiënten heeft een matige nierfunctiestoornis (eGFR 30-60 ml/min). Deze anemie is bijna altijd mild en normocytair.
Medicamenteuze therapie
Anemie - ijzerdeficiëntie
|
Dosering |
Bijzonderheden |
Vermalen |
1. ferrofumaraat |
Oraal: 2 keer per week 200 mg ’s ochtends innemen
|
IA: antacida, melk(producten), thee en tetracyclines verminderen de opname B: obstipatie, misselijkheid O: neem ferrofumaraat bij voorkeur ’s ochtends in, omdat het dan beter opgenomen wordt dan later op de dag. Neem ferrofumaraat in op een lege maag of gelijktijdig met vitamine C (vb. sinaasappelsap), omdat dit de resorptie van ijzer bevordert door het zure milieu.
Bij optreden van maagklachten na de maaltijd innemen of dosis verlagen. Na 3 maanden dosering heroverwegen. |
Ja |
Parenterale toediening (intramusculair of intraveneus) van ijzer dient slechts overwogen te worden bij slikproblemen, als orale toediening niet effectief is gebleken of ook in lagere doseringen niet verdragen wordt. Daarbij mag er geen twijfel bestaan dat ijzerdeficiëntie de oorzaak van de anemie is. Parenterale toediening van ijzer kan ernstige overgevoeligheidsreacties veroorzaken, inclusief anafylactische reacties.
Anemie - vitamine B12-deficiëntie
Toediening van vitamine B12 heeft alleen effect als er geen tekort aan ijzer of foliumzuur is. Indien nodig moeten deze ook (eerst) gesuppleerd worden.
|
Dosering |
Bijzonderheden |
Vermalen |
1. cyanoco- balamine |
Oraal: 1 dd 1000 mcg OF 1 dd 1000 mcg, bijvoorbeeld gedurende 10 dagen, vervolgens 1000 mcg 1x per week gedurende 4 weken en daarna 1000 mcg 1x per maand |
O: behandelen tot 6-12 maanden na normalisatie van Hb. Soms is levenslange suppletie nodig.
Orale toediening is even effectief als parenterale toediening en heeft de voorkeur. |
Ja |
2. hydroxoco- balamine (Hydrocobamine ®) |
Intramusculair of diep subcutaan: Startdosering: 10 injecties van 1 mg met intervallen van ten minste 3 dagen
Onderhoudsdosering: 1 mg eenmaal per 2 maanden |
O: tweede keus. Enkel toepassen bij onvoldoende effect van cyanocobalamine, dan wel niet verdragen of slechte therapietrouw, of bij neurologische afwijkingen t.g.v. vitamine B12-deficiëntie. |
N.v.t. |
Anemie - foliumzuurdeficiëntie
Behandeling van megaloblastaire anemie met foliumzuur mag pas worden ingesteld als een vitamine B12-deficiëntie is uitgesloten. Foliumzuur geeft in het geval van een vitamine B12-deficiëntie weer een normaal bloedbeeld en een normaal hemoglobinegehalte, maar neurologische afwijkingen ten gevolge van vitamine B12-deficiëntie kunnen verergeren of worden geprovoceerd.
|
Dosering |
Bijzonderheden |
Vermalen |
1. foliumzuur |
1 dd 0,5-1 mg |
IA: fenytoïne, fenobarbital, methotrexaat O: 0,5-1 mg foliumzuur dagelijks is effectiever dan 5 mg foliumzuur wekelijks in verband met verzadigingskinetiek |
Ja |
Voor een gunstig effect van statines bij primaire preventie van hart- en vaataandoeningen is bij patiënten > 75 jaar weinig bewijs. Overweeg het starten van lipiden verlagende medicatie bij niet-kwetsbare ouderen zonder hart- en vaatziekten uitsluitend bij een hoog geschat risico op een vasculair event én een voldoende hoog geschatte resterende levensverwachting. Klik hier voor de NHG-standaard Cardiovasculair risicomanagement (CVRM).
Niet medicamenteuze adviezen
Medicamenteuze therapie
|
Dosering |
Bijzonderheden |
Vermalen |
atorvastatine |
1 dd 10 mg, zo nodig verhogen tot max. 80 mg in 1 gift |
IA: CYP3A4-remmers CI: levercirrose Child-Pugh A, B en C V: stoppen bij leverschade of myopathie |
Ja |
rosuvastatine |
1 dd 5 mg, zo nodig verhogen tot max. 20 mg in 1 gift |
IA: antacida CI: levercirrose Child-Pugh C O: bij levercirrose Child-Pugh A of B is dosisaanpassing nodig (klik hier) |
Ja |
Het risico op diep veneuze trombose (DVT) stijgt met de leeftijd. Langdurige immobilisatie is de belangrijkste risicofactor. Overweeg profylaxe indien een verpleeghuispatiënt door een acute aandoening plotseling immobiel wordt.
Klinische verdenking op DVT vormt onvoldoende basis voor behandeling. Voor diep veneuze trombose dient de diagnose te worden gesteld volgens de vigerende richtlijnen (CBO, NHG): zowel voor DVT als veneuze trombo-embolie (VTE) dient de diagnose te worden geobjectiveerd.
Medicamenteuze therapie:
Er kan gekozen worden voor behandeling met vitamine K-antagonist (VKA) of een niet vitamine K orale anticoagulans (NOAC). Bij patiënten > 75 jaar zijn er geen duidelijke voor- of nadelen betreffende de effectiviteit van NOAC’s ten opzichte van VKA’s. Het advies van Ephor is om terughoudend te zijn met NOAC’s bij kwetsbare ouderen. Een bewuste keuze op basis van een specifiek profiel van de patiënt (kenmerken en wensen) door de voorschrijver, in overleg met de patiënt, is daarbij van groot belang.
|
Dosering |
Bijzonderheden |
Vermalen |
VKA |
|||
1. fenprocoumon |
Startdosering bij ≥ 70 jaar of met relatieve CI: |
Relatieve CI: retinopathie m.n. neovascularisatie, leverstuwing bij hartfalen, alcoholisme, GFR < 30 ml/min, onvoldoende gereguleerde hypertensie, intracraniële bloeding < 3 maanden geleden, recente (bloedende) aandoening van de tractus urogenitalis, respiratorius, hematologische aandoeningen met verhoogde bloedingsneiging, gebruik NSAID’s, gebruik van andere antitrombotica
Voorkeur gaat bij geriatrische patiënten uit naar fenprocoumon, omdat hiermee door de lange halfwaardetijd vaak een stabielere spiegel behaald kan worden |
Ja |
2. acenocoumarol |
Startdosering bij ≥ 70 jaar of met relatieve CI:
Startdosering < 70 jaarb |
Relatieve CI: retinopathie m.n. neovascularisatie, leverinsufficiëntie, leverstuwing bij hartfalen, alcoholisme, GFR < 30 ml/min, onvoldoende gereguleerde hypertensie, intracraniële bloeding <3 maanden geleden, recente (bloedende) aandoening van de tractus urogenitalis, respiratorius, hematologische aandoeningen met verhoogde bloedingsneiging, gebruik NSAID’s, gebruik van andere antitrombotica |
Ja |
LMWH |
|||
Dalteparine Fragmin ®) |
Subcutaan: |
N: aanpassing bij verminderde nierfunctie
|
N.v.t. |
nadroparine (Fraxiparine ®) |
Subcutaan: |
O: start tegelijk met acenocoumarol, stop nadroparine als INR 10 dagen stabiel is
|
N.v.t. |
NOAC |
|||
1. rivaroxaban (Xarelto ®) |
Behandeling VTE en preventie van een recidief: |
CI: voorzichtigheid is geboden bij levercirrose. Toepassing wordt ontraden bij patiënten met o.a. een hartklepprothese vanwege ontbreken van gegevens. |
Ja |
2. apixaban (Eliquis ®) |
Behandeling VTE en preventie van een recidief: |
CI: voorzichtigheid is geboden bij levercirrose. Toepassing wordt o.a. ontraden bij patiënten met een hartklepprothese vanwege ontbreken van gegevens. |
Ja |
2. edoxaban (Lixiana ®) |
Behandeling van VTE en preventie van een recidief: |
CI: voorzichtigheid is geboden bij levercirrose Child-Pugh A en B. Toepassing wordt ontraden bij levercirrose Child-Pugh C met coagulopathie en patiënten met. een hartklepprothese vanwege ontbreken van gegevens. |
Ja |
a dag 1: 12 mg; dag 2: 6 mg; dag 3: 3 mg.
b dag 1: 6 mg; dag 2: 4 mg; dag 3: 2 mg.
Legenda
Bronnen
Referenties klik hier
Auteurs
Lieke van Dinter (masterstudente farmacie), Suzanne Dittrich (ziekenhuisapotheker), René Beaumont (specialist ouderengeneeskunde), Sara Bours-de Die (ANIOS ouderengeneeskunde), vakgroep Klinische Geriatrie, Luba Mensing (specialist ouderengeneeskunde), Anne Visser (AIOS ouderengeneeskunde), Sandra Voermans-Boekhorst (verpleegkundig specialist ouderengeneeskunde), Marie-Renée Pijnaker-Wientjens (apotheker).
Revisiedatum
11 januari 2022
Contact
Voor inhoudelijke vragen en/of opmerkingen kunt u contact opnemen via transmuralefarmacie@viecuri.nl.
1. Anemie: Anemie, ijzerdeficiëntie, vitamine B12-deficiëntie, foliumzuurdeficiëntie, foliumzuur, vitamine B12, ferrofumaraat, cyanocobalamine
2. Hypercholesterolemie – primaire preventie: Hypercholesterolemie, statines, atorvastatine, rosuvastatine
3. Trombose: DVT, diep veneuze trombose, VKA, LMWH, NOAC.