CVA: acute fase

Doel

Acute zorg voor mensen met een CVA regionaal op dezelfde wijze organiseren: wie doet wat?

Doelgroep

  • Neurologen
  • SEH-artsen
  • SEH-verpleegkundigen
  • Verpleegkundigen neurologie

Patiënt komt op SEH: wie doet wat?

Doel: patiënt stabiliseren en diagnostiek doen

 

  • Neuroloog stabiliseert de patiënt
  • Verpleegkundige:
    • neemt bloed af voor onderzoek
    • neemt ECG af
  • Neuroloog of arts assistent neurologie maakt een CT scan: voor onderscheid herseninfarct en hersenbloeding:

Herseninfarct:

  • Neuroloog of arts assistent neurologie maakt indien nodig een CT-angiografie (CTA)
  • Neuroloog of arts assistent neurologie start behandeling (keuze op basis van bloedonderzoek, CT scan en eventueel CTA):
    • Intraveneuze trombolyse: als uitvalsverschijnselen minder dan 4,5 uur geleden zijn begonnen (trombolyse kan op de SEH of op de afdeling)
    • Intra-arteriële behandeling: als uitvalsverschijnselen minder dan 6 uur geleden begonnen zijn en als bloedstolsel zich in de grotere bloedvaten bevindt.
      • Intra-arteriële trombectomie (ook een optie als intraveneuze trombolyse geen optie is of geen effect heeft gehad)
  • Neuroloog of arts assistent neurologie beoordeelt a.h.v. de ABCD-score of opname nodig is
  • Neuroloog of arts assistent neurologie verwijst patiënt aan de hand van de diagnose:
    • CVA: opname op de stroke unit in het ziekenhuis
    • TIA: terug naar (verpleeg)huis en meldt patiënt aan voor de CVA-nazorg poli in het ziekenhuis

Op de stroke-unit

  • Neuroloog:
    • stelt de definitieve diagnose en legt dit vast in het patiëntendossier
    • vraagt eventueel aanvullende onderzoeken aan zoals:
      • MRI-scan
      • Duplex onderzoek
  • Fysiotherapeut onderzoekt de coördinatie en bewegingsmogelijkheden van de patiënt en noteert de resultaten in het patiëntendossier.
  • Logopedist onderzoekt hoe het ervoor staat met de spraak, doet een slikscreening en noteert de resultaten in het patiëntendossier (slikscreening kan eventueel door verpleegkundige worden gedaan).
  • Verpleegkundige neemt een anamnese en Barthel (op dag 4 of eerder) af bij de patiënt en legt dit vast in het patiëntendossier.
  • Als er geen intensief toezicht meer nodig is verhuist de patiënt naar de reguliere afdeling neurologie.

Op de dag van ontslag uit ZH

  • Neuroloog onderzoekt patiënt.
  • Verpleegkundig specialist doet het ontslaggesprek
    • Neemt risicoprofiel door en geeft dit mee aan de patiënt
  • Verpleegkundige geeft patiënt informatiefolders mee
  • Verpleegkundige informeert patiënt dat hij/zij na 3 maanden wordt gebeld (nazorg)

Waar gaat de patiënt na ontslag naar toe?

Neuroloog, revalidatiearts en andere disciplines zoals ergo en fysio bespreken tijdens het MDO waar patiënt het beste naar toe kan. De mogelijkheden:

 

  • Naar huis: indien patiënt zelfstandig kan functioneren
  • Naar Sophia Revalidatie: als patiënt in aanmerking komt voor (poli)klinische revalidatie bij Sophia (Welke patiënten komen hiervoor in aanmerking?: zie aparte werkafspraak)
  • Naar een GRZ-instelling indien:
    • Hij/zij een Barthelscore van 5 of hoger heeft (onder de 5 wordt overleg gepleegd)
    • Hij/zij gemotiveerd is
    • Hij/zij in staat is te leren/trainen
    • Hij/zij voor revalidatie meer dan 1 discipline nodig heeft
    • Hij/zij naar verwachting binnen 8 weken naar huis kan
  • Naar instelling voor langdurige zorg, hospice of palliatieve unit: indien patiënt niet kan revalideren binnen 3 maanden of waarbij revalidatie heel beperkt mogelijk is en die niet thuis kan verblijven zal naar een verpleeghuis gaan.

Samengesteld door

De CVA coördinatoren in regio Haaglanden. De Stuurgroep CVA Haaglanden heeft de werkafspraak vastgesteld in december 2016. De werkafspraak wordt jaarlijks herzien.

Meer informatie

Ontwikkeling werkafspraak

Deze Transmurale Werkafspraak behoeft een verdiepingsslag: de pre-hospitale fase moet beter en uniform in de regio georganiseerd worden. De neurologen in het HagaZiekenhuis en HMC zijn hiermee bezig.