Lees hier de Stedelijke Transmurale Afspraak CVA in schematische weergave
Klik hier voor een overzicht van de stedelijke transmurale afspraak van CVA.
Toelichting
Na een CVA of stroke (TIA, herseninfarct of hersenbloeding) doorloopt patiënt in het ziekenhuis een diagnostisch en behandeltraject en gaat na de acute opname of na de (poliklinische) TIA screening naar huis of revalideren in een revalidatie-instelling (medisch specialistische revalidatie) of verpleeghuis (geriatrische revalidatie).
De zorg in de eerste 24 uur (acute fase) valt buiten beschouwing van deze transmurale afspraken. In geval van ontslag naar huis wordt patiënt poliklinisch nog 1 of 2 x teruggezien en dan wordt rond 3 maanden na de stroke de zorg overgedragen aan de 1e lijn (dit betreft de subacute fase).
In geval van een klinische opname in een revalidatie-instelling of verpleeghuis wordt na ontslag daar vandaan de medische zorg overgedragen aan de 1e lijn. De paramedische zorg loopt daarna vanuit de instelling voor medisch specialistische of geriatrische revalidatie vaak wel langer door. Vanuit de revalidatiegeneeskunde wordt aanbevolen om tot 2 jaar na het event de patient te vervolgen. Dit gebeurt gezamenlijk met het Beroerte Advies Centrum.
De chronische fase wordt in deze procesafspraken gedefinieerd als de (para)medische zorg na het afronden van het klinische medisch specialistische of geriatrische revalidatie-traject. In de subacute fase spelen naast directe klachten en symptomen als gevolg van de stroke zoals een verlamming of taalstoornis ook vermoeidheid, cognitieve functiestoornissen en de noodzaak tot aanpassing van leefstijl vaak een rol. In de chronische fase spelen acceptatie van de stroke, aanpassing van dagelijkse (evt beroepsmatige) activiteiten en de rol en belastbaarheid van de naaste(n) een belangrijke rol.
Neuroloog
De neuroloog geeft in de ontslagbrief aan de huisarts, revalidatie-arts of specialist ouderengeneeskunde naar aanleiding van het SEH-bezoek of de opname op de afdeling neurologie de huisarts, revalidatie-arts of specialist ouderengeneeskunde informatie over de ontslagbestemming (huis, medisch specialistische of geriatrische revalidatie in een klinische of poliklinische setting) en bij ontslag naar huis of er 1e lijns paramedische zorg en/of hulp van wijkverpleging of thuiszorg wordt ingeschakeld. Na het poliklinisch traject sluit de neuroloog of een verpleegkundig specialist /physician assistant van de afdeling neurologie de subacute fase af, bespreekt expliciet met de patiënt en mantelzorger het advies om voor het vervolg van de zorg actief een afspraak te maken bij de huisarts, draagt het hoofdbehandelaarschap over en verwijst de patiënt terug naar de eerste lijn. Dit geschiedt door middel van een telefoontje met de huisarts en/of een de praktijkondersteuner (POH) als er nog actuele klachten en symptomen zijn die aandacht en zorg behoeven en het thuis functioneren op korte termijn kunnen belemmeren. Dit vormt dan de zogenaamde ‘warme’ overdracht. De warme overdracht houdt in dat er rechtstreeks telefonisch contact* tussen medisch specialist en huisarts of een POH-er is en dat in de (digitale) ontslagbrief deze warme overdracht expliciet vermeld staat. Op het moment dat de neuroloog of een verpleegkundig specialist /physician assistant van de afdeling neurologie de indruk heeft dat het wel goed gaat met de patiënt is zo’n zgn. warme overdracht facultatief. Bij de warme overdracht wordt vermeld of er cognitieve en emotionele klachten en symptomen zijn, of er een accurate secundaire preventie is of niet en zo nee, aan welke risico- of leefstijlfactor de huisarts en/of POH-er extra aandacht moet besteden. Voor het LDL-cholesterolgehalte staat vermeld welke streefwaarde gehanteerd wordt.
* = gebruik de app TPA om de telefoonnummers op te zoeken.
Huisarts
De huisarts roept na ontslag uit het ziekenhuis patiënt op voor een afspraak op de praktijk en plant daarna een huisbezoek of legt meteen een huisbezoek af. Na verwijzing terug naar de 1e lijn laat de huisarts de patient inplannen voor een afspraak bij de praktijkondersteuner (POH) voor cardiovasculair risicomanagement (CVRM). Tijdens deze afspraak op de huisartsenpraktijk besteedt de huisarts en/of POH'er aandacht aan evt. cognitieve functiestoornissen (evt door een POH GGZ). Hierbij kan gebruik gemaakt worden van de Vroegsignaleringslijst die is ontwikkeld door het Kennisnetwerk CVA Nederland. De huisarts bepaalt of en op welke termijn hij of zij zelf de patiënt weer wil terugzien, maar controleert samen met zijn of haar POH(‘s) tenminste jaarlijks het CVRM.
Verwijzen
Consultatie
*= zie hiervoor ook Stedelijke Transmurale Afspraak Atriumfibrilleren op https://amsterdam-transmuraal.nl
Revalidatie-arts of specialist ouderengeneeskunde
De revalidatie-arts of specialist ouderengeneeskunde* verwijst de patiënt terug naar de eerste lijn op het moment dat patiënt ontslagen wordt uit de revalidatie-instelling of verpleeghuis. In de brief staat vermeld hoe de patiënt op dat moment functioneert en hoe de prognose is voor eventueel verder herstel. Daarin staat ook vermeld, hoe het functioneren met betrekking tot ADL is, hoe het cognitieve functioneren is, of en zo ja welke hulpmiddelen of aanpassingen in huis en leefomgeving zijn gedaan en of het Beroerte Advies Centrum bij de zorg betrokken is.
Ook staat hierin vermeld of een poliklinisch behandeltraject in de medisch specialistische of geriatrische revalidatie-setting is opgestart en ook of er zorg overgedragen wordt aan de gemeente en zo ja aan welke zorgverlener/instelling. Als er een poliklinisch traject wordt opgestart dan schrijft de revalidatie-arts of specialist ouderengeneeskunde bij afronden daarvan nogmaals een brief aan de huisarts waarbij hij of zij de actuele stand van zaken mbt extra zorg/hulp/dagbesteding doorgeeft.
* = afhankelijk wie van deze zorgverleners in de subacute fase hoofdbehandelaar is geworden
Huisarts
De huisarts roept na afronden van de klinische fase van een medisch specialistisch of geriatrisch revalidatie-traject patiënt op voor een afspraak op de praktijk en plant daarna een huisbezoek of legt meteen een huisbezoek af.
Daarna laat hij of zij de patiënt inplannen voor een afspraak bij de praktijkondersteuner (POH) voor cardiovasculair risicomanagement (CVRM), plant de frequentie van vervolgbezoeken ihkv CVRM in en blijft ook in de jaren daarna aandacht besteden aan evt. cognitieve functiestoornissen (evt door een POH GGZ).
De huisarts bepaalt of en op welke termijn hij of zij zelf de patiënt weer wil terugzien, maar controleert samen met zijn of haar POH(‘s) tenminste jaarlijks het CVRM. De huisarts/POH(-ers) besteden aandacht aan het steunsysteem en de mantelzorger(s).
Verwijzen
* = afhankelijk wie van deze zorgverleners in de subacute fase hoofdbehandelaar is geworden
** = gebruik de TPA app om telefoonnummers op te zoeken
Versie november 2019, namens de leden van de Stedelijke werkgroep CVA van het Transmuraal Platform Amsterdam (TPA)
Voor vragen neem contact op met de coördinator van de Stedelijke werkgroep CVA.