voor pdf versie klik hier
COPD
De ernst van COPD wordt bepaald door de ziektelast, d.w.z. de combinatie van klachten en beperkingen, frequentie van exacerbaties/longaanvallen, FEV1 en voedingstoestand.
Criteria onderscheid lichte (afwezigheid alle criteria) en matige (aanwezigheid > 1 criterium) ziektelast

COPD
De ernst van COPD wordt bepaald door de ziektelast, d.w.z. de combinatie van klachten en beperkingen, frequentie van exacerbaties/longaanvallen, FEV1 en voedingstoestand.
Criteria onderscheid lichte (afwezigheid alle criteria) en matige (aanwezigheid > 1 criterium) ziektelast
Parameter
|
Afkappunt
|
Klachten/hinder/beperkingen
|
MRC ≥ 3 of CCQ ≥ 2*
|
Exacerbaties (longaanvallen)
|
≥ 2 exacerbaties per jaar behandeld met orale corticosteroïden of ≥ 1 ziekenhuisopname wegens COPD
|
Longfunctie**
|
FEV1 na bronchusverwijding < 50% van voorspeld of < 1,5 l absoluut of progressief longfunctieverlies
|
Voedingstoestand
|
Ongewenst gewichtsverlies > 5%/maand of > 10%/6 maanden, of verminderde voedingstoestand (BMI < 21), zonder andere verklaring
|
* MRC: Medical Research Council dyspneuschaal (range 1-5); CCQ: Clinical COPD Questionnaire (range 0-6) (zie: cahag.ngh.org/screeningsinstrumenten).
** Bij bepalen ziektelast bij monitoring: gebruik laatste spirometrie |
Behandeldoelen:
Behandeldoel wordt met patiënt besproken en vastgelegd in een zorgplan met als doel maximale kwaliteit van leven met zo min mogelijk medicatie.
Leefstijladviezen:
-
Stoppen met roken: zie NHG-standaard
-
Voldoende bewegen is erg belangrijk
Evt. onder begeleiding bewegen: overweeg fysiotherapie. -
Bij COPD is griepvaccinatie preventief aangewezen.
-
Adequate voeding:
a. algemene voedingstoestan
b. aandacht voor calcium- en vitamine D-intake
Aandachtspunten bij medicamenteuze behandeling
-
Kies een multidose poederinhalator of dosisaërosol met voorzetkamer
Voorkeur indien mogelijk naar een inhalatiemiddel met een dosisteller of –indicator (zie NHG-standaard)
Aandacht voor therapietrouw: patiënt betrekken in therapiekeuze en keuze inhalator.
Switch zo nodig van device.
Bij meerdere devices kies voor zoveel mogelijk uniformiteit. -
Inhalatietechniek:
a. fregelmatig herhaling instructie inhalatietechniek
b. gebruik voorzetkamer (bij aërosol)
Zelfmanagement: Evalueer juist gebruik inhalator en dosering. -
Comorbiditeit:Bij glaucoom en/of urineretentie hebben SABA/ LABA de voorkeur.
Bij tachycardie en/of palpitaties juist SAMA/LAMA.
Houd rekening met een extra controle van het glucose bij een stootkuur prednisolon bij DM. -
Bij langdurig gebruik van hoge doseringen inhalatiesteroïden in combinatie met herhaaldelijke stootkuren: behandel volgens de landelijke richtlijnen voor osteoporose en fractuurpreventie.
FARMACOTHERAPIEAFSPRAKEN COPD
Schema onderhoudsbehandeling
Stap 1. Kortwerkende bronchusverwijder
-
SABA: salbutamol, terbutaline: 1-4 dd standaarddosis
-
SAMA: inpratropium: 1-4 dd standaarddosis
Stap 2. Bij onvoldoende effect of bijwerkingen na 2 weken: wisselen van middel.
Stap 3 Langwerkende bronchusverwijder
-
LABA: formoterol: 2 dd 6-12 µg (max. 48 µg/dag)
salmeterol: 2 dd 50 µg (max. 48 µg/dag) -
LAMA: tiotropium: 1 dd standaarddosis
Eventueel combineren met kortwerkende bronchusverwijder voor zo nodig gebruik.
Formoterol kan ook zo nodig worden gebruikt.
Stap 4: LABA + LAMA
Verwijs naar longarts voor assessment
Aandachtspunten
• Bij niet behalen behandeldoel uit zorgplan na 2 weken: evalueer effect en overweeg assessment bij longarts. Zie ook tabel.
• Bij diagnostische problemen of snelle longfunctiedaling: overweeg consult longarts
• Bij frequente exacerbaties (longaanvallen); ≥ 2x per jaar): toevoegen inhalatiecorticosteroïd gedurende 1 jaar.
Formoterol kan ook zo nodig worden gebruikt.
Stap 4: LABA + LAMA
Verwijs naar longarts voor assessment
Aandachtspunten
• Bij niet behalen behandeldoel uit zorgplan na 2 weken: evalueer effect en overweeg assessment bij longarts. Zie ook tabel.
• Bij diagnostische problemen of snelle longfunctiedaling: overweeg consult longarts
• Bij frequente exacerbaties (longaanvallen); ≥ 2x per jaar): toevoegen inhalatiecorticosteroïd gedurende 1 jaar.
-
beclometason: 2 dd standaarddosis
-
budesonide: 2 dd standaarddosis
-
fluticason: 2 dd standaarddosis
Evalueer jaarlijks en stop/bouw af bij onvoldoende effect of 2 exacerbatievrije jaren.
Behandeling exacerbaties (longaanvallen)
- salbutamol dosisaërosol: 4-10 puffs (= max. dosering/24 uur) in voorzetkamer, 1 puf per keer, evt. herhalen
+ ipratropium: 2-4 puffs (= max. dosering/24 uur), 1 puf per keer
prednison: 1 dd 30 mg gedurende 7 dagen
prednison: 1 dd 30 mg gedurende 7 dagen
Indicatie antibiotica:
bij FEV1 > 50%: temp. >38°C + algemeen ziek zijn + onvoldoende opknappen na 2-4 dagen
bij FEV1 30-50%: temp. >38°C + algemeen ziek zijn
bij FEV1 < 30%
Keuze antibiotica:
- amoxicilline: 3 dd 500 mg gedurende 7 dagen
- doxycycline: 1 dd 200 mg op dag 1, daarna 1dd 100 mg gedurende 6 dagen