Afstemming beleid rond screening, diagnostiek en behandeling van patiënten met een verhoogd cardiovasculair risico in de 1e en 2e lijn.
Afstemming beleid rond screening, diagnostiek en behandeling van patiënten met een verhoogd cardiovasculair risico in de 1e en 2e lijn.
Patiënten met:
Standaard
Op indicatie
Gericht op zelfmanagement
Niet medicamenteus
Medicamenteus: effect behandeling, compliance en bijwerkingen
Na start behandeling:
Indien de streefwaarden niet behaald worden, volg het stappenplan uit de NHG standaard, alvorens te verwijzen naar een internist:
Bij ingestelde patiënten:
Verwijzen naar de tweede lijn, of (tele-)overleg met de tweede lijn, bij:
- Glucose:
- Lipiden;
- Verhoogde tensie ondanks medicamenteuze behandeling met 3-4 middelen
Patiënten met een (cardio)vasculair event die al zijn opgenomen in een eerstelijns zorgprogramma CVRM of DM (ook patiënten die onder controle blijven van de specialist) krijgen binnen 2 weken een versnelde afspraak met de huisarts om te zien of de streefwaarden en het individueel zorgplan (IZP) dient te worden aangepast.
De volgende speciale patiëntengroepen krijgen een consult op een CVR spreekuur bij de specialist (al dan niet via een CVR poli)8 :
Patiënten met een (cardio)vasculair event die nog niet zijn opgenomen in een eerstelijns zorgprogramma CVRM of DM krijgen binnen 2 weken na het event een afspraak bij de huisarts of indien < 75 jaar op een CVR spreekuur bij de medisch specialist voor:
Terugverwijzing
Behandeling van de vasculaire risicofactoren vormt een integraal onderdeel van de zorg voor de patiënt na een (cardio)vasculair event. Optimale begeleiding is hierbij essentieel. In principe wordt deze zorg (levenslang) geleverd door de huisartspraktijk met haar ketenpartners in het zorgprogramma CVRM. De zorg vindt zodoende dichtbij de patiënt plaats en in het Individueel ZorgPlan (IZP) wordt tevens aandacht gegeven aan de eventuele comorbiditeit. Bij een aantal patiënten blijven gedurende langere of kortere tijd ook specialistische controles nodig, vooral in het kader van het orgaanlijden. In die gevallen wordt shared care toegepast. Uitgangspunt bij shared care is dat er een gezamenlijk doel en gezamenlijke verantwoordelijkheid is, waarbij de specialist de regie voert op het orgaanlijden, en de huisarts op het CVRM.
Bij welke patiënten:
Taakverdeling bij shared care:
Werkafspraken bij shared care:
Namens huisartsen:
Ellen Huijbers
Geert Smits
Aafke Snoeijen
Liedewei van Waes
Paul Wouda
Namens regionale internisten:
Paul Ackermans, Elkerliek ziekenhuis
Eveline Besselaar, Catharina Ziekenhuis
Louis Lieverse, Máxima Medisch Centrum
Alexander Stork, St. Anna ziekenhuis
Namens regionale cardiologen:
Hans Post, Catharina Ziekenhuis
Namens CVR-poliklinieken:
Eva Troe, nurse practitioner CVR Catharina Ziekenhuis
Namens de transmurale centra:
Hennie van Bavel, HaCa
Regionale referenten:
Vaatchirurgen, cardiologen, neurologen, psychiaters, (ziekenhuis-)apothekers en klinisch chemici.
Deze regionale transmurale afspraak is ontwikkeld in samenwerking met de transmurale organisaties HaCa, Quartz, THEMA, TransMáx. Bij deze samenwerkingsafspraak is uitgegaan van de landelijke richtlijnen (CBO, NHG-standaard, LTA).
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze tekst mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotocopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van HaCa
© 2017 HaCa
TS ZOB februari 2017, INT 4 - 1
1 Met patiënten met HVZ wordt bedoeld: patiënten met een centrale of perifere atherosclerotische aandoening.
2 Preeclampsie verhoogt risico op cardiovasculair event in toekomst
3 Gynaecologen vermeld zwangerschapscomplicatie in de ontslagbrief; huisartsen bepalen 1x per 5 jr het risicoprofiel.
4 Deze patiënten hebben op latere leeftijd een sterk verhoogd risico op hypertensie of DM; om die reden wordt follow up geadviseerd.
5 Bij gebruik ACE remmers, AT2 antagonisten of diureticum. Dit is conform de LTA nierfalen en de richtlijn van de Nederlandse federatie van Nefrologie. Indien er problemen ontstaan bij de medicamenteuze behandeling gebeurt dit vrijwel altijd binnen 3-5 dagen.
6 Een hoog TG maakt LDL minder betrouwbaar. Patiënten met verhoogd TG obv co-morbiditeit of overmatig alcoholgebruik blijven jaarlijks gecontroleerd. Indien goed behandelde hypertriglyceriden hoeft TG niet jaarlijks gemeten te worden. Kan wel altijd op individuele basis aangepast worden.
7 Het berekende LDL bij ontregelde diabetes is niet betrouwbaar, dan bepaling totaal cholesterolpakket.
8 Als de patiënt in een hartrevalidatieprogramma is opgenomen maakt dit onderdeel uit van het hartrevalidatietraject.
9 Bij het niet behalen van de streefwaarden volgt uiterlijk na 3 maanden een besluit, in overleg met de huisarts.
10 Cardioloog streeft bij high risk patiënt een LDL na van 1,8 mmol/L, volgens de ESC richtlijn.
Bijlage 1 Cardiovasculair Risico Management