Brandwonden Richtlijn

Doel van de afspraak

Richtlijn ter behandeling van brandwonden.

Doelgroep

  • (Wond)verpleegkundigen en verzorgenden
  • Huisartsen
  • POH's
  • Medisch specialisten

Algemene informatie

Definitie

Men spreekt over brandwonden wanneer 1 of meerdere huidlagen beschadigd zijn als gevolg van hete vloeistoffen, contact met hete oppervlakken, vuur, ultraviolette/infrarode straling, radioactiviteit, elektriciteit of chemische middelen (WHO 2004).


Incidentie

  • Een huisarts ziet ongeveer 5 patiënten per 1000 patiënten per jaar met brandwonden, waarvan 90% oppervlakkig is eerstegraads en oppervlakkig tweedegraads (NIVEL 2014).
  • Op de SEH melden zich jaarlijks ongeveer 12.000 patiënten met brandwonden (Nederlandse Brandwondencentra 2015). Waarvan 50% hete vloeistof/-water verbranding (Hoogewerf 2013).

Oorzaken

Er zijn verschillende oorzaken van verbrandingen:

  • Vuur of vlamverbrandingen
  • Steekvlamverbranding
  • Hete vloeistof of heet waterverbranding
  • Contact met hete voorwerpen
  • Straling
  • Chemisch letsel
  • Elektrisch letsel

Handelen op de plaats van het ongeval

Het doven van de vlam d.m.v.:

  • rollen
  • blusdeken, niet synthetisch kleed, stevig textiel of water

Werk (doof de vlam) van gezicht naar beneden.


Elektrisch letsel:

  • Schat eerst uw eigen risico’s op elektrisch letsel in.
  • Zet de elektriciteitsbron uit of zorg dat er geen contact meer is tussen slachtoffer en de elektriciteitsbron. Als dit niet mogelijk is probeer dan het slachtoffer van de elektriciteitsbron te verwijderen met een voorwerp van niet geleidend materiaal.
  • Koel een acute brandwond tussen de 10—20 minuten mits het andere interventies niet in de weg staat.
  • Koel met voorkeur met stromend kraanwater (van circa 15-30 graden Celsius) pas de temperatuur aan op basis van wat de patiënt prettig vind. Vermijd koelen met koud water om de kans op hypothermie te minimaliseren en zo veel mogelijk alleen de brandwond koelen, de rest van het lichaam zoveel mogelijk op lichaamstemperatuur te houden.
  • Het starten met koelen dient idealiter direct te gebeuren, maar kan ook na een vertraging tot 3 uur na het ongeval nog overwogen worden ter verlichting van de pijn. Het koelen dient met voorkeur te gebeuren met stromend kraanwater maar bij afwezigheid van kraanwater kunnen alternatieve zoals hydrogels overwogen worden om te koelen (max. 20 minuten)

Chemisch letsel:

  • Let op uw eigen veiligheid inclusief het gebruik van beschermende kleding
  • Achterhaal wat het agens is
  • Volg de leidraad CBRN of eigen BHV-protocol van het agens
  • Verwijder de verontreinigde kleding en berg deze voorzichtig op (zodat de kleding geen gevaar voor derden kan opleveren)
  • Spoel de wond indien mogelijk 45-60 minuten, behalve bij letsels veroorzaakt door agentia die zeer sterk reageren met water (zoals elementair natrium, kalium of lithium)
  • Van agens waarbij de behandeling onduidelijk is, dient contact opgenomen te worden met het NVIC (24u bereikbaar tel: 030 2748888 of website www.vergiftingen.info)

 

Om hypothermie te voorkomen dient bij alle koelinginterventies alleen de brandwond gekoeld te worden, terwijl de rest van het lichaam zo veel mogelijk op lichaamstemperatuur gehouden wordt.

Anamnese en het eerste lichamelijk onderzoek

De Anamnese en het lichamelijk onderzoek wordt door een bevoegde professional uitgevoerd volgens de ABCDE-methode (ALTIS 2012) en EMSB (Emergency Management Severe Burns). De professional kan zijn (ambulance-) verpleegkundige of huisarts.


Het lichamelijk onderzoek

Het lichamelijk onderzoek is in eerste instantie erop gericht de klinische stabiliteit van de patiënt vast te stellen en te handelen volgens de ABCDE-systematiek.


ABCDE(F)-systematiek:

A (Airway) Luchtweg vrijwaren met cervicale wervelkolom bescherming

B (Breathing and Ventilation) Beademen en ventileren

C (Circulation) Circulatie

D (Disability) Neurologisch onderzoek

E (Exposure) Ontkleden van de patiënt en omgevingsomstandigheden

F (Fluid resuscitation) Vocht resuscitatie

Aanvullend onderzoek


De anamnese

Bij de anamnese van de patiënt en/of omstanders, vragen naar;

  • de aard van het ongevalmechanisme en het agens (veroorzaker)
  • temperatuur, hoeveelheid en de duur van de inwerking agens
  • reeds toegepaste eerste-hulpmaatregelen
  • een eventuele explosie (in verband met andere letsels door bijvoorbeeld rondvliegende voorwerpen, of zogenoemde blast injury: door de extreme drukverhoging kan er ernstig letsel optreden van de longen en de buikorganen) of sprong/val van hoogte. 

TVLO (inschatting totaal verbrand lichaamsoppervlak)

Er bestaan verschillende manieren om het totaal verbrand lichaamsoppervlak in te schatten:

  • Hand methode; heeft de voorkeur bij de eerste opvang bij kleine brandwonden <10%

Bij het gebruik van de hand-methode correspondeert de volledige hand (dus inclusief 5 gesloten vingers) van de patiënt met 1% TVLO.

  • Regel van 9; heeft de voorkeur bij de eerste opvang bij grote brandwonden>10%.

Gebruik de leeftijdsspecifieke ‘Regel van 9’. Kijk voor de regel van negen bij kinderen tot 10 jaar naar tabel 2.0 in de volledige richtlijn.

1 jaar oud               Per jaar ouder dan 1 jaar

Hoofd: 18%             Hoofd: -1%

Been: 14%              Been: +0.5%

  • Lund & Browder; het wordt aanbevolen om de leeftijds-specifieke ‘Lund & Browder’ te gebruiken (zie tabel 3.0).

De ‘Lund & Browder’ is in potentie accurater dan de ‘Regel van 9’ en de ‘hand-methode’ maar vereist een meer ervaren assessor, welke in de 1ste opvang veelal niet aanwezig is.

Bij de oppervlakteberekening wordt 1ste graads verbranding niet meegerekend.

Verwijscriteria

Bel bij (telefonische) aanwijzingen voor ernstig letsel onmiddellijk een ambulance met U1-indicatie en ga naar de patiënt, tenzij regionaal anders afgesproken. Blijf bij de patiënt tot de ambulance is gearriveerd.


Verwijscriteria brandwondencentrum

De indicaties voor verwijzing zijn opgesteld door de Nederlandse Brandwonden Stichting conform de EMSB en ATLS.

  • Verbranding > 10% TVLO bij volwassenen.
  • Verbranding > 5% TVLO bij kinderen.
  • Derdegraads verbranding > 5% TVLO.
  • Verbranding bij bejaarden en kinderen.
  • Verbranding bij patiënten met preëxistente aandoeningen, die de behandeling en de genezing kunnen beïnvloeden.
  • Verbranding geassocieerd met een ander trauma of met inhalatieletsel.
  • Verbranding ter plaatse van functionele gebieden (hand, voet, gelaat, perineum, genitalia en grote gewrichten).
  • Verbranding t.g.v. elektriciteit.
  • Chemische verbranding.
  • Circulaire verbranding aan romp of ledemaat

 

Indien een patiënt aan één van deze indicaties voldoet, eerst contact opnemen met een brandwondencentrum, voordat overplaatsing plaatsvindt.

 

Telefoonnummers brandwondencentra

BWC Rotterdam: (010) 2903000

BWC Beverwijk: (0251) 265220

BWC Groningen: (050) 5245245


Verwijscriteria regionaal WondExpertise Centrum (WEC)

Bij stagnatie of achteruitgang van de wond is verwijzing naar een wondexpertisecentrum of brandwondencentrum geïndiceerd.

Patiënten met brandwonden waarbij twijfel bestaat over de vermelde ongevalstoedracht (niet accidentele toedracht) in combinatie met twijfel over competentie/toerusting van de eigen instelling voor deze problematiek kunnen worden doorverwezen naar een wondexpertise- of brandwondencentrum.

Pijn en pijnbestrijding

Een brandwond veroorzaakt over het algemeen acute pijn. Afhankelijk van de ernst van de brandwond kan de mate van mijn variëren. Een derde graads brandwond brandwond kan niet/minder pijnlijk zijn dan een tweede graads brandwond. Dit komt omdat bij een derde graads brandwond de uiteinden van de gevoels/sensibiliteitszenuwen in de huid beschadigd zijn. 

 

Acute pijn: een onaangename sensorische en emotionele ervaring, die in verband wordt gebracht met bestaande of dreigende weefselbeschadiging of wordt beschreven in termen van weefselbeschadiging.


Medicamenteuze behandeling (Pijnstilling):

Omdat brandwonden vaak (erg) pijnlijk zijn, is adequate pijnstilling belangrijk. Zie voor het beleid bij pijn het stappenplan in de NHG-Standaard Pijn.

Pijnstilling wordt door een bevoegde professional voorgeschreven, stap I kan men zonder voorschrift opstartten.

Bij matige tot ernstige pijn (NRS-score≥ 4) is er een indicatie voor (medicamenteuze) pijnbehandeling.


Pijnbehandeling bij acute en chronische nociceptieve pijn:

Volgens NHG standaard Pijn, zie volledige richtlijn


Naast pijnstilling kunnen de volgende interventies ook worden geboden ter vermindering van de pijn:

  • Het starten van koelen dient idealiter direct te gebeuren, maar ook na een vertraging tot 3 uur na het ongeval kan gekoeld worden ter verlichting van de pijn, mits het andere interventies niet in de weg staat.
  • Gelvormende wondbedekkers (bijv. hydrofiber-, hydrocolloïd- of alginaatverbanden). Deze wondbedekkers kunnen de pijn verminderen (verbandwissel) en het aantal verbandwissels beperken. 

Tetanusprofylaxe

Geef bij een tweede of derdegraads brandwond afhankelijk van de aard en toedracht van de brandwond (contact met grond, straatvuil of mest) en de vaccinatiestatus van de patiënt, tetanusprofylaxe.

Wondbehandeling

Blaren:

  • Kleine, niet in de weg zittende, intacte blaren worden in situ gelaten, want in een geleiachtig milieu vindt het snelste re-epithelialisatie plaats (NZGG 2007, Jonkman 1989, van Komen 2011). De blaarkap kan eventueel beschermd worden met een vet gaas.
  • Grote blaren kunnen worden gedebrideerd. Indien blaren kapot zijn, moeten de blaardaken worden verwijderd omdat de blaarkap niet levensvatbaar weefsel is en wondinfectie kan veroorzaken.
  • Fragiele (dun-wandige) blaren worden gedebrideerd omdat ze anders spontaan kunnen scheuren.
  • Intacte dikwandige blaren op de handpalmen en voetzolen worden vanwege de geassocieerde pijn niet gedebrideerd. Echter niet-intacte blaren op handpalmen en voetzolen moeten worden gedebrideerd.

 

Na het debrideren van de blaar wordt bij voorkeur een vochtig wondmilieu gecreëerd en gelvormende wondverbanden gebruikt, zoals hydro-actieve verbanden, hydrocolloïden of transparante wondfolies (Oen-Coral 2010, Komen 2011). Antibacteriële crème kan gebruikt worden als de genoemde wondverbanden niet toepasbaar zijn, o.a. op locaties waar het niet praktisch is.


  • Epidermale verbranding (eerstegraads verbranding/erytheem):
    • Geen wondverband
  • Dermale verbranding (oppervlakkig en diep) (tweedegraads verbranding): 

    • Niet verklevend wondverband op basis van olie
    • Siliconen wondverband
    • Transparante wondfolie
    • Alginaatverband
    • Hydrofiberverband
    • Hydrocolloïdverband
  • Subdermale verbranding (derdegraads verbranding):
    • Alginaatverband
    • Hydrofiberverband
    • Hydrocolloïdverband
    • Huidtransplantatie

Patiƫntenfolder en nazorg

Zie document

Volledige richtlijn

De volledige tekst van de richtlijn is hier te vinden.

Bronvermelding

  • Richtlijn; Eerste opvang van brandwondpatiënten in de acute fase (1ste 24 uur) van verbranding en verwijzing naar een brandwondencentrum, 2014, ISBN: 978-90-809861-3,

http://brandwondenstichting.nl/professionals/richtlijn/, site bezocht op 21-10-2016

  • Nederlandse Brandwonden Stichting, Nederlandse Vereniging voor Brandwondenzorg, Vereniging Samenwerkende Brandwondencentra Nederland. MDR Eerste opvang van brandwondenpatiënten in de acute fase (1ste 24 uur) van verbranding en verwijzing naar een brandwondencentrum, 2015 https://www.brandwondenstichting.nl, site bezocht
  • NHG- Behandelrichtlijn Brandwonden

https://www.nhg.org/sites/default/files/content/nhg_org/uploads/nhg-behandelrichtlijn_brandwonden_-_juni2016.pdf, site bezocht op 12-10-2016

  • NHG-Standaard Pijn

https://www.nhg.org/standaarden/volledig/nhg-standaard-pijn, site bezocht op 12-10-2016

  • Farmacotherapeutische richtlijn: Geneesmiddelen en zuurstof in spoedeisende situaties Fraanje WL, Giesen PHJ, Knobbe K, Van Putten AM, Draijer LW. Farmacotherapeutische richtlijn Geneesmiddelen en zuurstof in spoedeisende situaties. Huisarts Wet 2012;55(5):210-20.

https://www.nhg.org/sites/default/files/content/nhg_org/uploads/file5740.pdf

  • NIVEL. Incidentie- en prevalentiecijfers van gezondheidsproblemen in de Nederlandse huisartsenpraktijk in 2014.

http://www.nivel.nl/NZR/incidenties-en-prevalenties  

Samengesteld door

De richtlijn is in januari 2017 opgesteld door de werkgroep brandwonden en vastgesteld door het Netwerk Wondzorg Haaglanden.

De richtlijn is opgesteld volgens de FMCC methodiek.

Meer informatie

De volledige richtlijn en meer informatie over andere richtlijnen vindt u op https://transmuralezorg.nl/denhaag-projecten/deelproject/143/Richtlijnen-Wondzorg