Astma bij kinderen - RTA ZOB

Inleiding

Definitie

Astma is een aanvalsgewijs optredende reversibele bronchusobstructie op basis van verhoogde gevoeligheid van de luchtwegen voor (a)specifieke prikkels met als pathologisch substraat een chronische (eosinofiele) ontstekingsreactie.

Bij jonge kinderen (< 6 jaar) maakt men onderscheid tussen:

  • Episodisch viraal piepen bij virale luchtweginfecties; Meestal verdwijnt episodisch viraal piepen voor de leeftijd van 6 jaar. Bij een werkdiagnose episodisch piepen, zie stap 1 voor de symptomatische behandeling.
  • Piepen door multiple prikkels wordt gekenmerkt door piepen, niet alleen bij virale infecties maar ook bij andere prikkels zoals rook, allergenen, mist, huilen, lachen of inspanning. Dit is waarschijnlijk het gevolg van inflammatie. Omdat de voor astma kenmerkende inflammatie op deze leeftijd niet is vast te stellen, wordt de term astma (nog) niet gebruikt. 

Bij kinderen van 6 jaar en ouder is astma waarschijnlijk bij:
Recidiverend optreden van kortademigheid of piepen, al dan niet na inspanning, gepaard gaande met een reversibiliteit bij bronchusobstructie (luchtweg doorgankelijkheid verbeterend na inhalatie van een β-2-mimeticum), zo mogelijk geobjectiveerd met behulp van flow volume-meting van FEV1 en FVC).

Samenwerking
De huisarts kan veel kinderen met een symptoomdiagnose of de diagnose astma zelf begeleiden en behandelen. Bij hele jonge kinderen, bij diagnostische problemen en/of onvoldoende of niet gecontroleerd astma wordt verwijzing naar en/of samenwerking met de kinderarts aanbevolen.

Anamnese en onderzoek 0 -1 jaar

0 - 1 jaar

Anamnese en onderzoek

Van belang voor de anamnese kunnen zijn:

  • (Thuis)vragenlijst 'Luchtwegklachten bij kinderen';
  • Groeigegevens uit (elektronisch) JGZ-kinddossier.

De (waarschijnlijkheids)diagnose “episodisch viraal piepen” bij zeer jonge kinderen kan de huisarts stellen op grond van de anamnese (piepen vooral bij verkoudheid, maar niet tussen de virale infecties bij andere prikkels).
De (waarschijnlijkheids)diagnose “piepen door multiple prikkels” bij zeer jonge kinderen
wordt gesteld door de kinderarts i.v.m. de nog uitgebreide DD op deze jonge leeftijd

Voorlichting en niet-medicamenteuze behandeling

De volgende adviezen worden door de huisarts gegeven:

  • Uitleg m.b.t. waarschijnlijkheidsdiagnose "piepen"door multiple prikkels op jonge leeftijd;
  • Niet roken in de leefomgeving van het kind en a-specifieke prikkels vermijden.(NB: alleen “buiten of onder de afzuigkap roken” is zinloos).

Medicamenteuze behandeling

Iedere medicamenteuze luchtwegverwijding bij zeer jonge kinderen heeft het karakter van een proefbehandeling.

Algemeen geldt dat men terughoudend dient te zijn met medicamenteuze behandeling in de eerstelijn bij zeer jonge kinderen.

Een rhinitis altijd behandelen: xylometazoline (0,025%) of een fysiologische zoutoplossing;

Acute fase

  • β-2-mimeticum: effectcontrole door arts direct na eerste inhalaties en na 1-2 dagen terugzien. Dosering: 2-max 6 dd 100+100 mcg salbutamol via een goed aansluitende voorzetkamer;
NB. Indien in de acute fase voor gebruik van een β-2-mimeticum wordt gekozen, dient de huisarts in de acute fase zelf bij de toediening aanwezig te zijn om het effect te beoordelen. Toediening van β-2-mimeticum bij zeer jonge kinderen heeft het potentiële risico van een ventilatieperfusie mismatch, resulterend in een (verdere) desaturatie.

Instel fase

  • β-2-mimeticum als proefbehandeling van 2-4 weken. Dosering: zo nodig 2-max 6 dd 100+100 mcg salbutamol;
  • Een behandeling met ICS is vrijwel nooit geïndiceerd op deze leeftijd en voorbehouden aan de kinderarts.

Verwijzen naar kinderarts

  • Dreigende respiratoire insufficiëntie / apneu;
  • Bij ≥ 6-8 weken aanhouden van hoesten, piepen en/of dyspneuklachten;
  • Geen of onvoldoende respons op behandeling met een adequate dosering β-2-mimeticum gedurende 2-4 weken.

De kinderarts zoekt de DD uit, stelt vast of er mogelijk sprake is van “piepen door multiple prikkels” en start soms een behandeling met ICS. Het eerste levensjaar zal het kind onder behandeling van de kinderarts blijven.

Anamnese en onderzoek 1 - 6 jaar

1 - 6 jaar

Anamnese en onderzoek ('diagnostiek')

Van belang voor de anamnese kunnen zijn:

  • (Thuis)vragenlijst 'Luchtwegklachten bij kinderen';
  • Groeigegevens uit (elektronisch) JGZ-kinddossier;
  • Allergieonderzoek voor inhalatieallergenen.

De (waarschijnlijkheids)diagnose “episodisch viraal piepen” bij jonge kinderen kan de huisarts stellen op grond van de anamnese (piepen vooral bij verkoudheid, maar niet tussen de virale infecties bij andere prikkels).

De waarschijnlijkheidsdiagnose “piepen door multiple prikkels” wordt bij jonge kinderen vooral gesteld op basis van anamnese en het klinisch beeld.

Voorlichting en niet-medicamenteuze behandeling

De volgende adviezen worden door de huisarts gegeven:

  • Uitleg m.b.t. waarschijnlijkheidsdiagnose astma / “piepen door multiple prikkels” op jonge leeftijd;
  • Niet roken in de leefomgeving van het kind en aspecifieke prikkels vermijden (NB: het alleen “buiten of onder de afzuigkap roken” is zinloos);
  • Bij aangetoonde inhalatieallergie voor huisdieren: aanschaf van huisdieren afraden;
  • Bij aangetoonde huisstofmijtallergie: totaalpakket maatregelen (zie toelichting).

Medicamenteuze behandeling

Iedere medicamenteuze behandeling bij jonge kinderen heeft het karakter van een proefbehandeling; evaluatie dient daarom altijd plaats te vinden binnen 2-4 weken na start van de therapie. De huisarts zorgt voor een adequate inhalatie-instructie en controle.
De huisarts controleert in de acute fase bij de eerste toedieningen van een
β-2-mimeticum het effect aan de hand van auscultatie, ademhalingsfrequentie, gebruik hulpademhalingsspieren en indien mogelijk saturatiemeting (bij een exacerbatie).

Stap 1 Symptomatische behandeling.

  • Een eventuele bestaande rhinitis behandelen: xylometazoline (0,025% - 0.05%) of een fysiologische zoutoplossing (denk ook op deze leeftijd aan een mogelijke allergische rhinitis);
  • β-2-mimeticum in acute fase. Na 1-2 dagen terugzien op spreekuur. Dosering: zo nodig 2-max 6 dd 100+100 (+100+ 100) mcg salbutamol via voorzetkamer;
  • β-2-mimetica als proefbehandeling van 2-4 weken. Dosering: zo nodig 2-max 6 dd 100+100 (+100+ 100) mcg salbutamol via voorzetkamer;

 

NB. Toediening van (hogere dosis) β-2-mimeticum bij jonge kinderen heeft als mogelijk risico een ventilatie-perfusie mismatch en daardoor desaturatie.
NB. Het niet behandelen van een allergische rhinitis maakt het realiseren van astma behandeldoelen vrijwel onmogelijk.

 

Bij persisterende symptomen (luchtwegklachten > 2 dagen per week) moet de differiëntiaal diagnose heroverwogen worden. Indien gedurende 2-4 weken >2 x/week toediening van β-2-mimeticum nodig is, overweeg:

Stap 2 Onderhoudsbehandeling;
Start ICS:
Dosering: 2 dd 125 ug fluticasone of 2 dd 200 mcg budesonide of equivalent.

 

NB. De huisarts kan bij twijfel aan de werkdiagnose of bij onvoldoende kennis of ervaring overwegen om voor het instellen op een proefbehandeling ICS te verwijzen naar de kinderarts. Na 1-2 Rx-effect-controle tijdens herhaalconsulten wordt in principe terugverwezen naar de huisarts met diagnose en behandeladvies.

 

Stap 3  Intensiveren onderhoudsbehandeling
Ophogen ICS en/of aanvulling met een leukotrieenreceptorantagonist en/of aanvulling met langwerkend β-2-mimeticum: altijd door kinderarts.

Controle

Controlefrequentie:
In het eerste jaar

  • Proefbehandeling of instelfase: tenminste elke 2-4 weken of eerder/frequenter afhankelijk van de ernst van de klachten;

Na het eerste jaar

  • Intermitterend astma: in het eerste jaar 1x per 3-6 maanden controle met evaluatie van de klachten (bij meer dan 2 keer per week klachten) en/of het medicatiebeleid  (meer dan 2 keer per week β-2-mimetica) en/of herhaalprescriptie voor dit kind;
  • Advies: gebruik Astma Controle Test (ACT) of Astma Control Questionnaire (ACQ)(zie toelichting, bijlage 2).

 

Bij ICS:

  • Tijdens de 1e periode: 1x per 3 maanden;

 

Indien het behandeldoel is behaald, wordt de dosering ICS per 3-6 maanden gradueel verminderd; hierbij wordt rekening gehouden   met een evt. seizoensinvloed;

  • Streef naar de laagst effectieve dosering;
  • Overweeg te stoppen met ICS;

 

Indien het behandeldoel niet wordt behaald de ICS zo mogelijk stoppen en andere diagnose overwegen en/of patiënt verwijzen voor verdere Dx en Rx.

Controleer:

  • Ernst en duur van de klachten; streefniveau is (vrijwel) geen klachten;
  • Beperkingen in dagelijkse activiteiten; streefniveau is geen beperking in het dagelijks functioneren;
  • Het gebruik van kortwerkende β-2-mimeticum; streefniveau is niet vaker dan 2x per week;
  • Reactie op uitlokkende factoren zoals verkoudheid, weersomstandigheden, seizoensinvloeden, logeren elders, aanwezigheid van een huisdier of andere allergenen, passief roken;
  • Het adequaat naleven van niet-medicamenteuze adviezen en het effect daarvan;
  • Inhalatietechniek en therapietrouw (zeker bij geen/onvoldoende effect van de therapie);
  • Bespreking van het beleid bij toename klachten;
  • Geef altijd een schriftelijk behandeladvies, zeker voor de acute situaties;
  • Elke onderhoudsbehandeling vormt een indicatie voor controle afspraken.

Verwijzen naar kinderarts

  1. Bij twijfel aan de werkdiagnose of in geval van geen of onvoldoende reactie op hoge dosering β-2-mimeticum na 2-4 weken behandeling wordt geadviseerd het kind te verwijzen naar de kinderarts voor het verifiëren van de diagnose en/of het instellen van een proefbehandeling met ICS;
  2. Indien het behandeldoel niet wordt behaald en/of na 6 weken de klachten blijven persisteren, wordt geadviseerd een andere diagnose te overwegen en/of patiënt te verwijzen naar de kinderarts voor het verifiëren van de diagnose en het eventueel bijstellen van de medicatie;
  3. Als er een andere diagnose dan astma en/of co-morbiditeit wordt overwogen.

Shared care

Indien de waarschijnlijkheidsdiagnose “piepen door multiple prikkels” door de kinderarts is gesteld, wordt een behandeladvies opgesteld en wordt het kind na 1-2 herhaalconsulten in principe terugverwezen naar de eerstelijn voor verdere follow-up. Kinderen van 1-6 jaar waarbij de klachten onvoldoende of niet gecontroleerd zijn, worden bij voorkeur door de kinderarts gevolgd. 

Anamnese en onderzoek > 6 jaar

> 6 jaar

Anamnese en onderzoek

Van belang voor de anamnese zijn ondermeer:

  • (Thuis)vragenlijst 'Luchtwegklachten bij kinderen';
  • Groeigegevens uit (elektronisch) JGZ-kinddossier;
  • Allergieonderzoek voor inhalatieallergenen;
  • Longfunctie: flow-volumemeting van FVC, FEV1 en reversibiliteit, adequaat uitgevoerd volgens de geldende kwaliteitscriteria;
  • Eventueel aanvullend onderzoek.

Voorlichting en niet-medicamenteuze behandeling

De volgende adviezen worden door de huisarts gegeven:

  • Uitleg m.b.t. de diagnose astma: met vooral aandacht voor het doel van de (onderhouds)behandeling: adequate bestrijding en voorkomen van klachten en symptomen van astma door verminderen van de ontsteking van de luchtwegwand;
  • Niet roken in de leefomgeving van het kind en zo mogelijk aspecifieke prikkels vermijden, niet zelf gaan roken. (NB: het alleen “buiten of onder de afzuigkap roken” is zinloos);
  • Bij aangetoonde inhalatieallergie voor huisdieren: aanschaf van huisdieren afraden; Bij aangetoonde huisstofmijtallergie: totaalpakket maatregelen (zie toelichting);
  • Inhalatie instructie.

Medicamenteuze behandeling

Stap 1. Symptomatische behandeling

  • Een eventuele bestaande rhinitis behandelen: xylometazoline (0,1%) of een fysiologische zoutoplossing. Denk ook aan Rx van een allergische rhinitis;
  • β-2-mimeticum als proefbehandeling van 2-4 weken. Dosering zo nodig 2 - max. 6 dd 100 + 100 +(100 +100)3 mcg salbutamol per inhalatie via voorzetkamer of poederinhalator;
  • Bij inspanningsastma 10-15 minuten voor de inspanning inhalatie van 200 (-400) mcg salbutamol.
NB. Het niet behandelen van een allergische rhinitis maakt het realiseren van de astma behandeldoelen vrijwel onmogelijk.

Indien gedurende 2-4 weken vaker dan 2 x / week toediening van β-2-mimeticum nodig is:

Stap 2. Onderhoudsbehandeling
Start ICS:
Dosering; 2 x dd 125 ug fluticason, 2 dd 200 mcg budesonide of equivalent, per inhalatie.

Stap 3  Intensiveren onderhoudsbehandeling
Ophogen ICS en/of aanvulling met een leukotrieenreceptorantagonist en/of aanvulling met langwerkend β-2-mimeticum: altijd door kinderarts.

Controle

Controlefrequentie
In het eerste jaar

  • Tijdens proefbehandeling of instelfase: tenminste elke 2-4 weken of eerder/frequenter afhankelijk van de ernst van de klachten;
  • Bij onderhoudsbehandeling met ICS: 
  • Initieel: 1x per 3 maanden;
  • Indien doel van de behandeling is behaald, wordt de dosering ICS per 3 maanden geleidelijk verminderd;
  • Denk hierbij aan seizoensinvloeden; 
  • Verminder ICS tot de laagst effectieve dosering; 
  • Daarna 1x per 3-6 maanden controle; Overweeg te stoppen met ICS.

Na het eerste jaar

  • Intermitterend astma: 1x per 3-6 maanden controle met evaluatie van de klachten (bij meer dan 2 keer per week klachten) en het medicatiebeleid (meer dan 2 keer per week β-2-mimetica toediening) en/of bij herhaalprescriptie;
  • Overweeg gebruik Astma Controle Test (ACT)  of Astma Control Questionnaire ACQ (zie toelichting, bijlage 2).

Controle van:

  • Ernst en duur van de klachten; streefniveau is (vrijwel) geen klachten;
  • Beperkingen in dagelijkse activiteiten; streefniveau is: géén beperking in het dagelijks functioneren;
  • Het gebruik van β-2-mimeticum; streefniveau bij monotherapie is ‘zo nodig’ en niet vaker dan 2x per week i.v.m. klachten;
  • Reactie op uitlokkende factoren zoals verkoudheid, weersomstandigheden, seizoensinvloeden, logeren elders, aanwezigheid van een huisdier, allergenen en/of passief roken;
  • Het adequaat naleven van niet-medicamenteuze adviezen en het effect daarvan;
  • Inhalatietechniek en therapietrouw, zeker bij geen of onvoldoende effect van de therapie;
  • Bespreking van het beleid bij toename klachten;
  • Roken, zowel actief als passief;
  • School- en beroepskeuze; Bij een nieuwe patiënt van 6 jaar en ouder: longfunctieonderzoek (flow-volumecurve met FVC, FEV1 en reversibiliteit) ter onderbouwing van de diagnose astma;
  • Routinematig longfunctieonderzoek bij elke controlebezoek wordt niet aanbevolen. Wel jaarlijkse controle van flow volumemeting van FVC en FEV1 inclusief reversibiliteit bij ICS-gebruik;
  • Geef altijd een schriftelijk behandeladvies, zeker voor de acute situaties;
  • Elke onderhoudsbehandeling vormt een indicatie voor controle-afspraken; Indien het behandeldoel niet behaald wordt, de ICS zo mogelijk stoppen en andere diagnose overwegen en/of patiënt verwijzen voor verdere Dx en Rx.
NB. FeNO wordt niet aanbevolen in de eerstelijn

Zelfbehandeling en zelfcontrole

Met ouders en kinderen die adequaat met de aandoening en medicatie omgaan, kunnen afspraken gemaakt worden over zelf starten en/of ophogen van kortwerkend β-2-mimeticum bij een exacerbatie op basis van een schriftelijk actieplan (zie ook controlelijst van het astmafond

Verwijzen

  1. Bij helemaal geen reactie op adequate dosering β-2-mimeticum na 2-4 weken behandeling wordt geadviseerd het kind te verwijzen naar de kinderarts voor het  verifiëren van de diagnose en het instellen van een proefbehandeling met ICS;
  2. Indien het behandeldoel niet wordt behaald en/of na 6 weken de klachten persisteren, wordt geadviseerd het kind te verwijzen naar de kinderarts voor het verifiëren van de diagnose en het intensiveren van de onderhoudsbehandeling door ophogen van de ICS-dosering, gebruik van leukotrieenreceptorantagonist en/of een langwerkende β-2-mimeticum;
  3. Als er een andere diagnose dan astma en/of co-morbiditeit wordt overwogen.

Shared Care

De diagnose astma bij het kind > 6 jaar wordt gesteld door de huisarts, ondersteund met (kinder)longfunctie (= FlowVolumeMeting met een kwalitatief adequate longfunctie met beoordeling door een kinderarts advies aan de HA), tenzij de huisarts zelf longfunctie volgens de geldende kwaliteitscriteria kan (laten) uitvoeren en beoordelen.

Indien de huisarts het kind heeft verwezen, stelt de kinderarts aan de huisarts voor waar het kind onder controle blijft met of zonder shared care advies (bijvoorbeeld; 1-3 x per jaar controle bij HA / POH, 2-1x per jaar kinderarts / kinderlongverpleegkundige).

Gebruik van een gemeenschappelijk (digitaal) dossier (bijv. een "puffboekje") tussen behandelaars, in beheer van patiënt en/of diens ouders/verzorgers, met ondermeer schriftelijke instructie aan patiënt en ouders, is hierbij te adviseren.
 

Verantwoording

Verantwoording

Namens huisartsen:                                                  
Hanneke Cox (POH)                                                       
Carel Versteeg    

 

Namens kinderartsen

Hein Brackel, Catharinaziekenhuis

Richard Droog, Elkerliekziekenhuis                                                          

René van Gent, Máxima Medisch Centrum


Namens de transmurale stichtingen:
Hennie van Bavel, medisch coördinator HaCa
Hannie van Gent, projectcoördinator TransMáx
Mariëtte Oostindiër, medisch coördinator TransMáx


Referenten:
Pieter Bertholet, huisarts Eindhoven
Annelies Lucas, huisarts Eindhoven
Paul Meurs, huisarts Geldrop
Ivo Smeele, huisarts Eindhoven
Miriam van de Weerden, huisarts Helmond


Deze regionale transmurale afspraak is ontwikkeld in samenwerking met de transmurale organisaties HaCa, Quartz, THEMA en TransMáx. Voor deze samenwerkingsafspraak is uitgegaan van de landelijke richtlijnen (CBO, NHG-standaard).
© 2011 TransMáx

 

Aanvullende informatie